zondag 3 juli 2016
om 9:30
Eredienst
Voorganger(s): Ds. C. Groenendijk (Klundert)
Zingen voor de dienst: Lied 344 (Hemelhoog) (Ik geloof dat God mijn Vader)
Welkom
Aanvangslied: Psalm 99: 1,3 en 4 (God is Koning, Hij sticht zijn heerschappij)
Stil gebed
Bemoediging en groet
(zitten)
Gebed van verootmoediging
Woord van genade: Galaten 1: 3-5
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van onze Heer Jezus Christus, die zichzelf gegeven heeft voor onze zonden om ons te bevrijden uit deze door het kwaad beheerste wereld. Dat is de wil van onze God en Vader. Hem komt de eer toe tot in alle eeuwigheid. Amen.
Richtlijn voor het leven: Spreuken 3: 7-8
Wees niet eigenzinnig, maar heb ontzag voor de HEER en ga het kwaad uit de weg. Het zal je sterken als een medicijn, het verkwikt je lichaam.
Zingen: Lied 304: 1,3 en 4 (Hemelhoog) (Ik wil zingen van mijn Heiland)
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
Kindermoment
Kinderlied
Kinderen gaan naar de kindernevendienst
Schriftlezing: Rechters 3: 12-30
12 Weer deden de Israëlieten wat slecht is in de ogen van de HEER. Daarom zette de HEER koning Eglon van Moab aan om de wapens tegen Israël op te nemen. 13 Eglon wist ook de Ammonieten en de Amalekieten op zijn hand te krijgen. In een gezamenlijke aanval versloegen ze Israël en maakten zich meester van de Palmstad. 14 Achttien jaar moesten de Israëlieten koning Eglon van Moab dienen. 15 Toen riepen ze de HEER te hulp, en de HEER zond iemand om hen te bevrijden: Ehud, de zoon van Gera uit de stam Benjamin, een linkshandige. Deze Ehud ging namens de Israëlieten schatting afdragen aan koning Eglon. 16 Maar eerst liet hij zich een kort tweesnijdend zwaard maken dat hij onder zijn kleding verborg, op zijn rechterheup. 17 Nadat hij de schatting aan de vadsig dikke koning Eglon had aangeboden, 18 deed hij zijn dragers uitgeleide, 19 maar zelf maakte hij bij de stenen beelden bij Gilgal rechtsomkeert. Hij liet zich bij de koning aandienen met de mededeling dat hij een geheime boodschap voor hem had. Op een wenk van de koning verlieten alle aanwezigen de zaal. 20 Ehud ging naar de koning, die zich had teruggetrokken in de koelte van zijn bovenvertrek, en zei: ‘Ik heb voor u een boodschap van God.’ Toen de koning opstond van zijn troon, 21 trok Ehud met zijn linkerhand het zwaard van zijn rechterheup en stak het in Eglons buik. 22 De kling verdween tussen de vetkwabben, die zich daarna ook om het gevest sloten, want Ehud trok het zwaard niet terug maar liep snel de kamer uit, 23 de galerij op, nadat hij de deuren van het vertrek van binnenuit vergrendeld had. 24 Hij was nog niet weg, of de dienaren van de koning kwamen de zaal weer binnen. Ze merkten dat de deuren van het bovenvertrek waren vergrendeld en zeiden tegen elkaar: ‘Hij heeft zich zeker weer afgezonderd om zijn behoefte te doen.’ 25 Ze wachtten een hele tijd, maar de deuren van het vertrek werden niet geopend. Ten slotte haalden ze een sleutel en openden de deur van buitenaf – en daar lag hun heer, dood op de grond.
26 Ehud had van hun getalm gebruikgemaakt om te ontsnappen. Hij passeerde de stenen beelden en ontkwam naar Seïra. 27 Bij zijn aankomst in het bergland van Efraïm blies hij op de ramshoorn. Onder zijn aanvoering kwamen de Israëlieten uit de bergen. 28 Hij zei tegen hen: ‘Volg mij, want de HEER heeft uw vijanden, de Moabieten, aan u uitgeleverd.’ Ze volgden hem en bezetten de oversteekplaatsen in de Jordaan, zodat er geen Moabiet meer langs kon. 29 De Israëlieten versloegen ongeveer tienduizend Moabieten. Hoewel het stuk voor stuk stevige, strijdbare mannen waren, ontkwam er niet een. 30 Moab moest die dag buigen voor Israël, en het land had tachtig jaar rust.
Zingen: Psalm 107: 1 en 4 (Gods goedheid houdt ons staande)
Verkondiging
Zingen : Lied 228: 1,2,3 en 6 (Hemelhoog) (Heer, ik hoor van rijke zegen)
Dankgebed, voorbeden, stil gebed, Onze Vader
Mededelingen
Kinderen komen terug van de kindernevendienst
Collecte
Slotlied: Gezang 78: 1,2 en 4 (Liedboek voor de kerken) (Laat me in U blijven groeien, bloeien)
Zegen
Amen (zingen)
|